Meer weten? Bel vrijblijvend:
Na de invoering van het provisieverbod in 2014 heeft de AFM eens kritisch gekeken naar vermogensbeheerders en banken die namens haar cliënten beleggen in eigen huisfondsen en welke (verkeerde) prikkels hier uit voort komen. Aan marktpartijen is gevraagd te reageren op een marktconsultatie. Huisfondsen zijn beleggingsfondsen die worden beheerd door een bank of vermogensbeheerder en die daar zijn eigen naam aan koppelt. Verschillende partijen signaleren sturende prikkels wanneer de vermogensbeheerafdeling belegt in de fondsen van de eigen aanbieder. Aanleiding voor deze consultatie lijkt de kritiek te zijn op fund of mandates van ABN Amro waarbij de bank belegd in eigen huisfondsen die op haar beurt weer plukjes van dit vermogen uitbesteden aan externe beheerders.
Nadelen van huisfondsen
Indien een vermogensbeheerder belegt in eigen fondsen is er volgens de AFM per definitie sprake van een belangenconflict. Daarnaast zijn er nog meer (niet) zichtbare prikkels:
– Margeprikkel: als de vermogensbeheerder belegt via een fund of mandate in externe fondsaanbieders kan men geneigd zijn de goedkopste fondsen te selecteren zodat een hogere marge resteert voor de vermogensbeheerder. Dit goedkoopste fonds is niet per definitie het beste fonds voor de klant.
– Volumeprikkel: het is gunstig zoveel mogelijk beleggers te laten beleggen in de eigen fondsen. Ook dit is niet vanzelfsprekend in het belang van de klant.
Voordelen van huisfondsen
Ook zouden er voordelen kunnen zijn aan het gebruik van eigen fondsen:
– Kostenvoordeel: binnen de eigen fondsen bestaat de mogelijkheid om de fondskosten te reduceren in vergelijking tot vergelijkbare fondsen. Indien dit voordeel bij de klant terecht komt ontstaat een financieel voordeel.
– Risicobeheersing: binnen de eigen fondsen is een beter inzicht in de beleggingen en de genomen risico’s. Men kan invloed uitoefenen op het beleid. Bij externe fondsen is dit nagenoeg onmogelijk.
Maximaal 30% eigen fondsen
Alhoewel de AFM het gebruik van huisfondsen niet via wetgeving kan verbieden wil ze wel richtlijnen opstellen. Vermogensbeheerders dienen volgens de AFM de eerder genoemde belangenconflicten te identificeren, maatregelen te treffen om deze te af te zwakken en cliënten van dit belangenconflict op de hoogte stellen. Wanneer een huisfonds ondermaats zou presteren dan moet de vermogensbeheerder switchen naar een ander fonds. Om de onafhankelijkheid zoveel mogelijk te waarborgen dienen vermogensbeheerders een limiet te hanteren aan het gebruik van huisfondsen van bijvoorbeeld 30%.