Meer weten? Bel vrijblijvend:
Vanaf 2014 zal het door de AFM voorgedragen provisieverbod vermogensbeheer ingaan. Het provisieverbod is een logische uitbreiding van het bestaande provisieverbod voor bijvoorbeeld verzekeringen en hypotheken. Minister Dijsselbloem van Financiën hoopt door deze maatregel de belangen van vermogensbeheerders en klanten meer op één lijn te krijgen. Dit betekent dat u onder andere rechtstreeks gaat betalen voor beleggingsadvies en vermogensbeheer. Het provisieverbod zal invloed hebben op de vergoedingen die vermogensbeheerders of beleggingsadviseurs aan u in rekening brengen. Door de maatregel zal er in de vermogensbeheerwereld veel gaan veranderen. Maar wat zal er voor u als klant veranderen?
Bestandsvergoeding
Allereerst de bestandsvergoeding. De bestandsvergoeding is de vergoeding die een fondsaanbieder uitkeert aan beleggingsondernemingen (banken en vermogensbeheerders) voor het onderbrengen van een klant in het fonds. Tot januari 2015 mogen bestandsvergoedingen ontvangen worden, echter moeten ze wel doorbetaald worden aan de klant. Gevolg van deze maatregel is dat vooral grootbanken eigen fondsen aan klanten zullen aanbieden en stoppen met het aanbieden van fondsen van derden (de zogenaamde open architecture). Van deze fondsen van derden krijgt men tenslotte geen vergoeding meer. Bij vermogensbeheerders zal de nadruk meer komen te liggen op de voordelige indexfondsen (trackers).
Retourprovisie op transacties
De tweede soort provisie, retourprovisie, wordt wel met ingang van januari 2014 direct verboden. Retourprovisies zijn de bedragen die door brokers en depotbanken worden uitbetaald aan beleggingsondernemingen voor de transacties die men voor de cliënt verricht. Zodra een effectentransactie plaatsvindt en er transactiekosten worden betaald aan de broker/depotbank vloeit een deel hiervan terug naar de vermogensbeheerder. Voor u als belegger betekent dit dat vanaf januari 2014 transacties tegen de laagste tarieven van uw depotbank worden uitgevoerd en dat een vermogensbeheerder hier geen belang meer bij heeft. Echter zullen vermogensbeheerders dit verlies aan inkomsten willen compenseren.
Hogere directe fee en performancefee
Het verhogen van de directe beheerfee zal een mogelijk direct gevolg zijn van het wegvallen van provisies. Naast het verhogen van de directe vergoeding zal ook een aantal vermogensbeheerders een performancefee introduceren. Een performancefee wordt meestal aan het einde van het jaar berekend na een positief rendement op uw vermogen. Een gangbaar tarief is bijvoorbeeld 10% van de winst per jaar. Een nadeel van een performance fee kan zijn dat hierdoor vermogensbeheerders hogere risico’s nemen met uw vermogen om een mooie performance neer te zetten. Een negatief rendement komt uiteraard volledig ten laste van uw vermogen. Een ander nadeel kan een sterk schommelende beurs zijn. Stel de beurs daalt het eerste jaar en uw vermogen daalt mee, vervolgens stijgt de beurs weer en uw vermogen stijgt ook, echter per saldo heeft u nog geen rendement gemaakt. Toch betaalt u dan het tweede jaar een performancefee. Een high watermark kan dit probleem voorkomen. Dit houdt in dat de vermogensbeheerder pas performancefee ontvangt als uw vermogen gegroeid is ten opzichte van de hoogste eindejaarsstand van uw vermogen in voorgaande jaren.
Verschraling dienstverlening
Naast het feit dat de directe beheerfee in het algemeen zal stijgen voor maatwerk vermogensbeheer en advies, kan ook de dienstverlening versoberen.
Sommige vermogensbeheerders en banken zullen neigen naar standaard modelportefeuilles of online vermogensbeheer in plaats van maatwerk vermogensbeheer. Door weinig tot geen contact te hebben met je relaties, alles online af te handelen en door alle beleggers binnen hetzelfde profiel dezelfde portefeuille voor te schotelen, kunnen partijen kostenefficiënt werken. Als je hier als belegger niets op tegen hebt en geen specifieke wensen of eisen hebt kan dat een prima oplossing zijn. Voor veel mensen gaat het beheer van hun kapitaal echter gepaard met bepaalde wensen en eisen en vindt men ook ruggespraak met degene die het kapitaal beheerd belangrijk. Bij veranderende persoonlijke en/of financiële omstandigheden kan men dan anticiperen binnen de effectenportefeuille.
Beleggingsadvies verdwijnt
Beleggingsadvies zal op den duur verdwijnen. Veel banken stellen vandaag de dag de beleggers al voor de keuze om te kiezen voor vermogensbeheer of de beleggingen zelf weer ter handen te nemen (execution only). Bij beleggingsadvies verdiende de adviseur aan de transacties of aan de fondsen die men adviseerde. Nu dit niet meer mag, zal een adviesfee gerekend moeten worden (hetzelfde als een beheerfee). Het is echter maar de vraag of de klant, die hier niet aan gewend is, dit wil betalen. Andere bijkomende problemen zijn dat een adviesrelatie arbeidsintensief is omdat er voor iedere transactie contact moet zijn met de belegger en dat geen enkele portefeuille uniform is. Veel banken zien hierin dan ook geen succesvol (verdien)model in en laten de cliënten kiezen voor vermogensbeheer of execution only.