Meer weten? Bel vrijblijvend:
Voordat je start met beleggen zal je een beleggersprofiel moeten vastleggen. Dit geldt voor zelfstandig beleggen (execution only), beleggingsadvies en vermogensbeheer. Dit beleggersprofiel geeft weer wie jij bent als belegger. Het geeft aan hoe je financiële situatie eruit ziet, wat je doelstelling is met het vermogen en of je enige ervaring hebt met beleggen. Ook wordt er gekeken naar hoeveel risico je kunt, maar ook wilt lopen met je vermogen.
De eerste vraag die je jezelf moet stellen voordat je begint met beleggen is voor welk doel je gaat beleggen. Er zijn 4 doelstellingen te onderscheiden:
• Groei van het vermogen ( geen specifiek doel);
• Groei van het vermogen ( met specifiek doel, bijv. aflossing hypotheek);
• Noodzakelijk inkomen ( huidig – of toekomstig inkomen/pensioen);
• Niet noodzakelijk inkomen (extra).
Ook belangrijk bij de doelstelling is in welke periode je dit doel wilt bereiken, de beleggingshorizon. Dit geeft weer hoe lang het vermogen beschikbaar is voor beleggen. Bij een specifiek doel kan dit een vastomlijnde periode zijn, bijvoorbeeld het moment waarop je je hypotheek aflost. In andere gevallen kan het ook zijn dat slechts je doelstelling verandert van bijvoorbeeld groei (in werkzame periode) naar noodzakelijk inkomen ( pensioenperiode). Hoe langer de beleggingshorizon is , hoe meer risico je eventueel kunt nemen omdat je zo langer de tijd hebt eventuele verliezen op te vangen.
Aan de hand van de financiële situatie, de beleggingsdoelstelling, de horizon en de risico’s die je kunt maar ook wilt lopen wordt een risicoprofiel samengesteld. Dit is een verdeling tussen de verschillende beleggingscategorieën zoals bijvoorbeeld aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen en liquiditeiten. Bij de meeste banken en vermogensbeheerders zijn er standaardprofielen vastgesteld waar je dan als belegger wordt ingedeeld. Sommige financiële instellingen hanteren statische bandbreedtes waarbinnen de beleggingscategorieën mogen bewegen en andere hanteren juist weer een dynamische bandbreedtes. De omschrijving en ook de invulling kan dus per financiële instelling verschillen maar we onderscheiden vaak 5 of 6 standaardprofielen. Hieronder tref je een opsomming met uitleg.
Zeer defensief
Een zeer defensieve belegger kiest bewust voor dit profiel omdat het rendement zeer betrouwbaar is, maar daardoor ook beperkt zal zijn. De beleggingen binnen dit profiel bestaan vnl. uit vastrentende waarden zoals obligaties.
Defensief
Een defensieve belegger is bereidt iets meer van de zekerheden op te geven tegen een iets hoger verwacht rendement. Er zal een iets groter deel worden belegd in aandelen. De verdeling is grofweg 70 % vastrentend en 30% risicodragend
Neutraal
Een neutrale belegger is op zoek naar een aantrekkelijk rendement en schuwt de nodige risico’s daarbij niet. Het onderste uit de kan is echter niet noodzakelijk. Veel beleggers voelen zich goed bij het neutrale profiel dat ook wel het 50/50 profiel wordt genoemd vanwege de verdeling die grofweg 50 % vastrentend en 50% risicodragend is. Waardeverminderingen zijn zeker niet uitgesloten voor een bepaalde periode binnen dit profiel.
Offensief
Een offensieve belegger streeft naar een hoog rendement en is daarvoor bereidt een groot risico te nemen. Hierdoor komt het accent meer te liggen op risicodragende beleggingen zoals aandelen en minder op vastrentend. De verdeling is grofweg 70% risicodragend en 30 % vastrentend.
Zeer offensief
Een zeer offensieve belegger streeft naar een zo hoog mogelijk rendement. De effectenportefeuille zal bijna geheel uit risicodragende beleggingen bestaan zoals aandelen en eventueel aangevuld met hefboomproducten. De verdeling is grofweg 90% risicodragend en 10 % vastrentend.
Uiteraard kun je als beleggers wisselen van profiel. Doe dit echter niet te pas en te onpas. Je hoort altijd je beleggingsdoel als uitgangspunt te houden. Wisselen omdat bijvoorbeeld aandelen nu even goed presteren zorgt vaak voor teleurstellingen achteraf. Veelal loop je als belegger achter de markt en dus de feiten aan.